Wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne) zijn wijdverspreide plantenparasieten die aanzienlijke schade veroorzaken aan de teelt van aardappelen, wortelen of schorseneren.
Wat zijn de symptomen van wortelknobbelaaltjes?
Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax veroorzaken schade in gewassen zoals aardappel, wortelen, schorseneren en bepaalde bloembollen (gladiool, dahlia). Vermindering van de opbrengst wordt zelden waargenomen. Hun aanwezigheid heeft echter een sterke financiële impact, aangezien ze deze gewassen vaak commercieel onaanvaardbaar maken. In suikerbieten kunnen ze de plantstand verminderen. Meloidogyne incognita en Meloidogyne javanica tasten de normale wortelontwikkeling van suikerbieten aan.
- Bovengrondse symptomen: vaak afwezig in gevoelige gewassen.
- Ondergrondse symptomen: de ziekte wordt bevestigd door de aanwezigheid van knopen (gallen) op wortels en knollen. De omvang van de schade hangt af van de cultivar, de populatiedichtheid, de temperatuur en de lengte van het groeiseizoen.
Wortelknobbelaaltjes hebben ook een economische impact. Hun aanwezigheid in aardappelpootknollen, dahlia- en gladioolbollen leidt tot weigering van het plantenpaspoort of fytosanitair certificaat dat vereist is voor transport binnen of buiten de EU.
Hoe worden wortelknobbelaaltjes verspreid?
Wortelknobbelaaltjes komen vooral voor op zandige en zandige leembodems. Ze hebben een brede waaier aan waardplanten en kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen. Introductie gebeurt door de invoer van besmette grond, plantmateriaal of irrigatiewater. Preventie moet de eerste verdedigingslinie zijn. Als aaltjespopulaties zich vestigen in een veld, moet verdere verspreiding vermeden worden en moeten bestaande populaties uitgeroeid worden.
Hoe bestrijd je wortelknobbelaaltjes?
Controle van wortelknobbelaaltjes kan worden bereikt door zwarte braak of inundatie, hoewel dit lang niet op alle percelen haalbaar is.
Een goed doordachte gewasrotatie - inclusief populatiereducerende gewassen vóór het planten van gevoelige gewassen en het gebruik van kortcyclische gewassen - kan helpen om het probleem onder controle te houden. In 2020 is SESVanderHave bijvoorbeeld begonnen met officiële variëteitsproeven in Nederland met een ras met een zeer hoge resistentie tegen wortelknobbelaaltjes en tolerantie voor bietencysteaaltjes. Telers die schadegevoelige gewassen zoals aardappelen, pootaardappelen, wortelen of schorseneren in hun gewasrotatie hebben, kunnen suikerbieten gebruiken als 'tussengewas' om het risico op verliezen in kwaliteit, opbrengst en fytosanitaire certificering aanzienlijk te verminderen.
Hier kan u het artikel terugvinden over ons onderzoek naar de suikerbiet als rotatiegewas bij wortelknobbelaaltjes
